ISLAMITISCHE GOUDEN PERIODE
DE ISLAMITISCHE GOUDEN PeRIODE
Het islamitische gouden tijdperk is een historische periode die duurde van circa 750 tot 1257, het tijdperk der Abbasiden, die zich kenmerkt door de grote invloed die filosofen en wetenschappers uit de islamitische wereld in deze tijd hadden op het gebied van kunst, wetenschap, beschaving, geneeskunde en architectuur.
In 749 werd het kalifaat van de Omajjaden omver geworpen en vervangen door het kalifaat van de Abbasiden. Dit kalifaat bracht een lange periode van rust in het rijk. Stabiele politieke structuren werden gevestigd en de handel bloeide.
Met het einde van de Arabische veroveringen kwam er een eind aan een periode van oorlog en de culturele verdeeldheid maakte langzaam maar zeker plaats voor een nieuwe beschaving waarin het Arabisch de taal van de handel, het bestuur en cultuur werd. In deze periode werden de grote religieuze en culturele werken die afkomstig waren uit de nu islamitische gebieden vertaald. De bevolking begon Arabisch te begrijpen en te spreken en nam de islam aan als religie.
Het culturele erfgoed van het gebied omvatte sterke hellenistische, Indische, Assyrische en Perzische invloeden. De Griekse intellectuele tradities werden herkend, vertaald en uitgebreid bestudeerd.Een tijdperk van hoge cultuur en vernieuwing volgde, waarin deze diverse invloeden hun plaats kregen.
HUIS DER WIJSHEID
Het Huis der Wijsheid was een academie voor onderzoek en onderwijs in het middeleeuwse Bagdad.
Het huis werd gesticht door kalief Haroen ar-Rashid als zijn bibliotheek en kalief Al-Ma'mun stelde het open in 825 of 830 voor meerdere wetenschappers en filosofen. Dit Huis der Wijsheid was de voorloper van de West-Europese universiteiten.
Het Huis zette de vertalingsbeweging in gang waarbij vertalingen werden gemaakt van werken van de klassieke Griekse filosofen en wiskundigen en later ook werken uit Perzië en India. Veel van deze vertalingen werden gemaakt door christenen en joden.
Naast het maken van vertalingen werden er ook wiskunde, astronomie en astrologie, geneeskunde en natuurkunde bedreven.
Literatuur en filosofie
Via de Chinezen leren de Abbasieden 'papier' kennen: stukken makkelijker te maken dan perkament en veel minder breekbaar dan papyrus. Bovendien zorgt het ervoor dat er makkelijker en meer 'geschriften' kunnen gemaakt worden.
De kaliefen stimuleren om zoveel mogelijk werken van de Griekse filosofen uit het Grieks naar het Arabisch te vertalen om zo een bron aan kennis te verzamelen.
In Andalusië was de islamitische filosoof Averroes (of beter gekend als Ibn Rushd) net als de Perzische medicus Avicenna bezig met het vertalen en bewerken van de filosofieën van Aristoteles. Zo kwamen de oude Griekse filosofieën en ideeën binnen in zowel de islamitische als christelijke wereld.
Ze namen ook ideeën over uit China en India, en voegden die toe aan de kennis verkregen uit hun eigen studies, waardoor filosofie en 'nadenken' plots heel internationaal werd, over de grenzen van de verschillende religies heen.
Het was niet allemaal filosofie die te klok sloeg. Ook literatuur en mooie verhalen waren alom aanwezig. Het meest bekende 'boek' is de verhaalbundel van 1000 en 1 nachten - een verhalenbundel die geschreven werden vanaf 1000 n.C. en ongeveer 400 jaar later pas volledig afgewerkt werd.
Het boek vertelt het verhaal van prinses Sheherazada die dreigt vermoord te worden, maar telkens uitstel vraagt als ze de prins met een verhaal kan verheugen. Zo vertelt ze er maar liefst 1001, elke nacht eentje.
Een deel ervan zijn tot op vandaag bewaard gebleven en vind je terug in het sprookjesbos van de Efteling. Maar je kent ze wel: Ali Baba en de 40 rovers, het verhaal over het vliegend tapijt, Alladin en de wonderlamp...
Leenwoorden uit het Arabisch
rabarber - alcohol - admiraal - cijfer
fanfare - caravan - katoen - koffie
suiker - algebra - tarief - gitaar
kaliber - luit - papegaai - magazijn
almanak - douane - ...
WISKUNDE, ASTRONOMIE EN GEOGRAFIE
Een van de eerste grote islamitische wiskundigen was Mohammed ibn Moesa al-Chwarizmi. Hij was van Perzische afkomst en leefde tussen 780 en 850. Een van zijn grootste bijdragen was de verspreiding van het Indiase numerieke systeem. Hij introduceerde het getal nul in de wiskunde, vier eeuwen voor dit in West-Europa gebeurde.
Een andere wiskundige, Al-Battani, gebruikt driehoeksmeting om de exacte positie van een persoon op aarde te berekenen. Dit was van groot belang voor moslims om in de richting van Mekka te bidden. De berekeningen die in deze periode werden ontwikkeld, vormen nog steeds de basis voor hedendaagse GPS-systemen.
Ontwikkelingen in de sterrenkunde kwamen voort uit vorderingen in de wiskunde. Sterrenkunde stond centraal tijdens de islamitische ‘Gouden Eeuwen’, zowel op het gebied van observatie als bij het maken van navigatie-instrumenten.
De wetenschapper Al-Biruni schreef vele invloedrijke astronomische werken in de tiende eeuw en is bekend om inzichten in de rotatie van de aarde. Hij verbeterde de resultaten van Ptolemaeus, die in die tijd algemeen geaccepteerd waren, en kon daarmee betere metingen verrichten. Geografen die werkten in het Kalifaat van de Abbasiden berekenden, via trigonometrie en bolmeetkunde, de diameter van de aarde opmerkelijk precies als 12,728 km – slechts 37 km afwijkend van huidige berekeningen.
Kaarten van oude Grieken werden uitgebreid en verbeterd. De atlas van Muhammad al Idrisi bijvoorbeeld, die in de twaalfde eeuw op Sicilië leefde, diende eeuwen later nog als maatstaf voor andere kaarten.
Atlas van Muhammad Idrisi - 1154
astrolabium: een instrument om je plaats te bepalen op zee of aan land a.h.v. de stand van de sterren
Sterrenkunde en berekeningen van maaneclipsen door Al'Khwarizmi (780-850). Hij is trouwens de bedenker van de term 'Algebra' voor de wiskunde die zich bezig houdt met grootheden. Zijn naam werd trouwens verbasterd tot de term 'algoritme'.
Ibn Battuta (1304 – 1369) was een ontdekkingsreiziger uit Marokko die in de veertiende eeuw vanuit Tanger tot aan China reisde en onderweg als koopman, minister en ontdekkingsreiziger leefde. Hij wordt gezien als een van de grootste reizigers ooit en hij bezocht bijna de gehele Islamitische wereld en gebieden daar buiten.
NATUURKUNDE, CHEMIE EN GENEESKUNDe
De Olifantenklok was een middeleeuwse uitvinding van Al-Jazari (1136-1206), een waterklok in de vorm van een olifant, met daarin alle aspecten van de toenmalig gekende culturen (van India to Afrika)
Een van de eerste wetenschappers die bijdroegen aan de intellectuele traditie in de natuurkunde was Ibn Al Haytham (965-1040). Na jaren van experimenteren en onderzoeken schreef hij een boek waarin hij het geaccepteerde idee van Ptolemaeus, dat licht wordt uitgezonden van het oog naar een object, verwierp. Hij bouwde een camera obscura, en betoogde dat licht bestaat uit stralen die zich in een rechte lijn bewegen. Nieuwe uitvindingen en verbeteringen op oude apparaten vonden plaats, van verbeterde waterklokken tot chemische laboratoriumapparatuur.
Alchemie, afkomstig uit de Arabische wereld, was erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling op het gebied van scheikunde. Tijdens de 8ste eeuw werd kerosine voor het eerst gedistilleerd uit ruwe olie. In het midden van de negende eeuw waren islamitische chemici al op de hoogte van de chemische processen van destillatie, kristallisatie, oxidatie, verdamping en filtratie.
De grootste ontwikkelingen in de geneeskunde vonden plaats in het islamitische Spanje. Door onderzoek van honderden patiënten ontwikkelde Ibn Zakariya Al Razi effectieve behandelmethoden voor kwalen als hoest en hoofdpijn. Zijn gigantische medische encyclopedie werd eeuwenlang gebruikt als standaardtekst in heel Europa. Hij wordt ook beschouwd als de grootste islamitische chirurg, omdat hij nieuwe methoden en instrumenten bedacht om operaties te verbeteren.
Het oog volgens Hunayn ibn Ishaq
Aderlating zoals in een 13de eeuws manuscript
Kruisvaarders getuigen over de sterkte van de moslimchirurgen - 15de eeuws manuscript
Ibn Al-Haytam beschreef in 1021 hoe hij met de juist optica en lichtinval een beeld kon projecteren op een muur, alsof de eerste foto genomen werd.
Muhammad ibn Zakarīya Rāzi schreef in 1250 zijn Geneeskundige Samenvatting, die de komende eeuwen in Europa als basis zou dienen voor de vele geneeskundige opleidingen.
ABBAS IBN FIRNAS (810-877)
Ibn Firnas was een zwarte Berberse Moor uit Spanje en moet geleefd hebben tussen 810 en 877 n.Chr. Ibn Firnas was niet alleen ingenieur, hij was ook musicus en poëet. Als ingenieur hield hij zich vooral bezig met de mogelijkheden die glas bood bij verschillende toepassingen. Zo maakte hij kleurloosglas en wist hij als één van de eersten lenzen te ontwikkelen. Verder creëerde hij – lang voor Leonardo Da Vinci – reeds een ruwbouw voor het eerste zweefvliegtuig.
Het verhaal gaat dat Ibn Firnas toen hij aan het hof in Cordoba werkte ene Armen Firman met een soort rudimentaire parachute van de top van de minaret van de grote moskee zag springen. Geïnspireerd door deze gebeurtenis zou Ibn Firnas daarna besluiten om zich alleen nog maar te richten op vluchtmechanica. Toen Ibn Firnas de zestig al was gepasseerd, dacht hij de perfecte zweefconstructie te hebben uitgevonden. Samen met verschillende vrienden en andere geïnteresseerden trok hij daarom naar de Sierra Morena, een heuvelkam nabij Cordoba, om zijn uitvinding te testen. Met zijn zelfgemaakte zweefvliegtuig wist Ibn Firnas zeker 10 minuten lang in de lucht te blijven, maar zonder startconstructie bleek hij niet te kunnen landen. Ondanks de zware val, overleefde hij de crash wel.