DEMOGRAFIE IN DE LATE MIDDELEEUWEN (1300-1400)
BEVOLKINGSVERLOOP IN DE Late MIDDELEEUWEN
De (vermoedelijke) evolutie van de bevolking in Europa (500-2000)
Hoe verloopt de bevolking tijdens deze periode?
Wat stel je vast?
* de bevolking daalt?
* de bevolking stijgt?
* de bevolking daalt eerst en stijgt dan weer langzaam?
* de bevolking blijft gelijk?
Hoe kunne we dit bevolkingsverloop noemen?
* een demografische recessie?
* een demografische expansie?
PRIMAIRE BEVOLKINGSVERSCHIJNSELEN
Hoe zit het met de verhouding tussen nataliteit (N) en mortaliteit (M) tussen 1300 - 1400?
* nataliteit stijgt - mortaliteit daalt?
* nataliteit stijgt - mortaliteit stijgt?
* nataliteit daalt - mortaliteit stijgt?
* nataliteit daalt - mortaliteit daalt?
THOMAS MALTHUS (1766-1834)
De evolutie hierboven kunnen we opnieuw verklaren aan de hand van de primaire bevolkingsverschijnselen. De verklaring van dit probleem vinden we bij een bekende demograaf uit de negentiende eeuw: Thomas Malthus.
Malthus' theorie toegepast op de late middeleeuwen levert volgende grafiek op:
De Malthusiaanse crisis heeft 3 grote gevolgen:
1. Door het voedseltekort treedt ondervoeding op.
2. Hierdoor raken mensen verzwakt en neemt hun weerstand af.
3. Epidemieën hebben daardoor nog meer kans en zullen ontzettend veel slachtoffers maken.
SECUNDAIRE BEVOLKINGSVERSCHIJNSELEN
SOCIO-ECONOMISCHE OORZAKEN
EErste oorzaak
De hongersnood van 1316 in de ogen van een tijdgenoot, de abt van Doornik
Ten gevolge van stortregens en van het feit dat de vruchten van de aarde in slechte omstandigheden werden geoogst en op vele plaatsen werden vernield, deed er zich tijdens het jaar 1316 een graan- en zoutschaarste voor die elke dag erger werd. Tegen mei van dit jaar 1316 waren de schaarste en het tekort nog toegenomen en werden onze streken getroffen door guur weer en atmosferiche storingen. Op vele plaatsen begon het volk minder brood te eten; bij gebrek aan brood mengden velen zo goed en zo kwaad als het ging bonen, gerst en wikke (peulvrucht) samen met alle graansoorten waarop zij hand konden leggen, en maakten er brood van om op te eten.
Als gevolg van het barre weer en het nijpend voedselgebrek begonnen de lichamen van de mensen tekenen van verzwakking te tonen en ontstonden allerlei fysiologische gebreken. Het gevolg van dit alles was een zeer sterke toename van het sterftecijfer. Niemand van de tijdgenoten had ooit zoiets meegemaakt of horen vertellen. Ik bevestig dat er te Doornik elke dag zoveel mensen, vrouwen en mannen, zowel uit hogere, de arme en middenklassen overleden dat de lucht als het ware helemaal bedorven was en de parochiepriesters vaak niet wisten waar eerst de nood te lenigen.
Fragment uit een middeleeuwse kroniek: Aegidius li Muisis, Chronicon majus, 1348
Tweede oorzaak
De pest of ‘Zwarte Dood’ was een epidemie die Europa teisterde tussen 1347 en 1351.
Om een idee te geven van de ernst van de zaak: in Parijs stierven dagelijks zo’n 800 mensen. In Engeland daalde de bevolking van 3,7 naar 2,2 miljoen mensen. De besmettelijke ziekte kende zijn oorsprong in het verre oosten (streek van Mongolië). Zo daalde de Chinese bevolking van 123 miljoen in 1200 naar 65 miljoen in 1393!
Fragment 1 - De zwarte dood: de oorzaak
Fragment 2 - De zwarte dood: de oorsprong
Fragment 3: De zwarte dood: naar Europa
Fragment 4: De zwarte dood: Europa in de 14de eeuw
Fragment 5: De zwarte dood: snelle verspreiding
Fragment 6: Black Death: slachtoffers
Fragment 7: De zwarte dood: symptomen en soorten
Fragment 8: De zwarte dood: de doden
Fragment 9: Black death: doden
Fragment 10: De zwarte dood - de overlevenden
Fragment 11: De zwarte dood: de flagellanten
Fragment 12: Black death: flagellanten
Fragment 13: De zwarte dood: de zondebok
Fragment 14: Black death: de zondebok
Fragment 15: De zwarte dood: einde van de pest
SOCIO-politieke oorzaak
Het platteland tijdens de Honderdjarige Oorlog (1422)
De soldaten van de Engelse koning (Hendrik V) lagen in de hele provincie Brie (ten oosten van Parijs) en waren overal aan het plunderen. Samen met de Bourgondiërs maakten ze het ons onmogelijk om het land te bebouwen of in te zaaien. De Engelse bevelhebbers wuifden de vele klachten smalend weg...
Wanhopig hadden de meeste boeren het landwerk stopgezet. Ze verlieten vrouw en kinderen en zeiden tot elkaar: “Wat zullen we doen? Laat ons alles aan de duivel overdragen, want het kan ons weinig schelen wat er met ons gebeurt. Of we hard werken of niet, het maakt toch niets uit. De Saracenen zouden ons beter behandeld hebben dan de christenen. Wat we ook doen, ze kunnen niet veel meer doen dan ons doden of gevangennemen. Door de schuld van een regering van verradersmoeten we onze vrouw en kinderen verlaten en zoals dieren naar het bos vluchten.” Dat duurde niet een of twee jaar; nee, het begon al 14 of 15 jaar geleden.
Uit het Journal d’un bourgeois de Paris, 1405 – 1449, een dagboek van een Bourgondisch gezinde burger van Parijs. (Overgenomen uit Tekens 3.2.)
Het leger te velde (1468)
De hertog (Karel de Stoute) logeerde in een kleine vallei, Polleur genaamd (bij Luik). Zijn leger was in twee delen verdeeld om het land zo snel mogelijk te vernielen. Hij liet alle huizen platbranden en alle molens afbreken, die in het land de belangrijkste bron van inkomen vormden. Ze zochten de mensen in de grote bossen, waar ze zich met have en goed verborgen hadden. Er werden er veel gedood en gevangengenomen.
Uit de Mémoires van Philippe de Commynes (1447 – 1511), Bourgondisch gezind geschiedschrijver, afkomstig uit Komen, vervulde belangrijke functies bij de Bourgondische hertog Karel de Stoute, daarna bij diens aartsvijand, de Franse koning Lodewijk XI; in J. CALMETTE, Les classiques de l’histoire de France au Moyen Âge, Parijs, 1924, p. 167. (Overgenomen uit Tekens 3.2.)
Vul nu het schema aan...
LUISTERTIP!
DE PEST IN BRUGGE
Ook Brugge viel ten prooi aan de pest. Tot op vandaag zijn daar in de binnenstad nog sporen van terug te vinden. Denk alleen maar al aan de straat waar onze school gevestigd is: de Magdalenastraat. Dit terrein lag vroeger nog een eind buiten de stad en was dan ook de uitgelezen plek om in massagraven de pestslachtoffers te begraven. In de pestplaag van begin 17de eeuw bevond zich hier het zogenaamde Magdalenaveld (tussen de Smedenpoort en de Boeveriestraat). Er werden hier ook pesthuysen opgericht, waar de pestlijders naartoe gebracht werden.
Mensen gingen ook hun toevlucht zoeken tot heiligen die tijdens hun leven te maken gehad hebben met de pest. Een van hen is de heilige Rochus. Sporen hiervan vinden we nog in de beeldjes van de heilige of de gedichten - zoals boven het Kattepoortje in de Oude Gentpoortstraat.
DE PEST IN DE KUNST
Ook in de schilderkunst was de pestepidemie een geliefd thema. Het beste voorbeeld is het allegorische ‘De triomf van de dood’ van Pieter Bruegel (ca. 1556). Bekijk deze taferelen. Door op de afbeeldingen te klikken, kan je ze groter maken. Zie je wie / wat er telkens wordt afgebeeld?