DE INDUSTRIËLE
REVOLUTIE
DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE: INLEIDING
Begeleid zelfstandig onderzoek
De Industriële Revolutie in de Nieuwe Tijd
Alle informatie hieronder is aansluitend bij de korte cursustekst 'De industriële revolutie'.
De filmpjes, het fotomateriaal en de tekst geven extra uitleg om zo makkelijker te verduidelijk waar het in de 'industriële revolutie' om draaide.
HET ECONOMISCHE KLIMAAT: HET MERCANTILISME
Het Europees mercantilisme is een economische theorie uit de vroegmoderne tijd, die inhield dat de welvaart van een natie afhankelijk is van het aanbod van kapitaal in die natie, en dat het mondiale volume van de internationale handel "onveranderlijk" is, een zero-sum game: wat de ene partij wint, verliest de andere. De theorie domineerde het economische beleid in West-Europa van het begin van de 16e eeuw tot het eind van de 18e eeuw. Het mercantilisme was een reactie van regeringen op de opkomst van het handelskapitalisme, ook wel vroegkapitalisme genoemd.
Jean-Baptiste Colbert - bedenker van het mercantilisme
TEGENANTWOORD:
HET ECONOMISCH LIBERALISME
Adam Smith beschreef het veranderende sociaal en economisch leven (1776) (‘Wealth of Nations’). Hij had een fascinatie voor: vooruitgang van industrie en handel, nieuwe sociale verhoudingen, grote financiële mogelijkheden van de nieuwe rijken en mechanisatie in industrie. Hij vatte toestand samen in vier wetten:
1. productieve arbeid
2. specialisatie en automatisering,
3. afzetmogelijkheden
4. winstbejag.
Hiermee werd de basis van ECONOMISCH LIBERALISME gelegd.
De industriële revolutie is de overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen die gepaard ging met grootschalige organisationele en sociale veranderingen.
De industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en vervolgde begin negentiende eeuw [België was tweede] in de rest van Europa. Ambachtelijke en kleinschalige werkplaatsen groeiden uit tot grote fabrieken en vormden samen een grootschalige industrie. Door die groei daalde de prijs van de producten enorm waardoor steeds meer mensen zich deze konden veroorloven. Het betrof een relatief snelle uitvinding, ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken.
Het dagelijks leven veranderde ingrijpend waar de industriële revolutie kwam. Met de komst van fabrieken verdween de nijverheid uit de dorpen. Veel dorpelingen trokken achter de arbeid aan richting de fabrieken waardoor verstedelijking sterk toenam. Door het aanvankelijk hoge geboortecijfer bleef de bevolking daar op peil, maar zodra de demografische transitie ten einde kwam, nam de leegloop van het platteland een aanvang. Waar men eerder het ritme van de dagen en seizoenen volgde, was men nu gebonden aan de tijd om handelingen of diensten op elkaar af te stemmen. Naast mannen werden ook vrouwen en kinderen ingezet, niet gehinderd door regelgeving in een periode waarin een politiek van laisser faire domineerde. Het werk kon daarnaast vuil en ongezond zijn, terwijl de levensverwachting daalde. Opstanden werden hard neergeslagen, waarop men regelmatig vluchtte in drank of geloof. Sociale veranderingen waren dan ook terug te zien in religieuze aanpassingen en vernieuwingen.
DE GROOTSTE REVOLUTIE:
DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE
DE VIER REVOLUTIES
DE
STOOMMACHINES
JAmES WATT en de stoommachine
De stoommachine van Newcomen, ook wel atmosferische machine genoemd, is de praktisch werkende stoommachine, door Thomas Newcomen ontworpen in 1712.
Deze stoommachine werd van de 18e tot ver in de 19e eeuw in Groot-Brittannië en verder in Europa gebruikt in de mijnbouw om water uit de mijnen te pompen. Zestig jaar na de uitvinding van Newcomen ontwikkelde James Watt een verbeterde versie, die bekendstaat als de eerste moderne stoommachine.